First things first: hoe staat het met de plannen van deze twee?

“Net als de andere bedrijven scoorden ook de plannen van Aegon en NN onvoldoende. Geen enkel plan is concreet genoeg, en daar vragen we juist wel om. Heel veel bedrijven hebben ambities, maar niemand had echt antwoord op de vraag hoe ze dat dan denken te bereiken. Daarnaast bleek dat bedrijven onvoldoende inzicht hebben in waar hun uitstoot vandaan komt, met name Scope 3” (uitstoot door het gebruik van producten en diensten, red.).

Wat was jouw rol hierbij?

“Ik heb me vooral bezig gehouden met het proces van deze campagne: hoe zet je dat op en hoe geef je dat vorm? Deze campagne is landelijk bedacht en ik ben de schakel tussen de landelijke en de regionale organisatie van Den Haag en Leiden. Als regionale organisatie hebben we vrijheid om wel of niet aan te sluiten bij zo’n landelijke actie, en om zelf bepaalde focuspunten te kiezen. Wij hebben ons op investeerders gericht. Daar is nog best weinig aandacht voor, terwijl ze wel veel impact hebben.”

En hoe ging dat in z’n werk?

“We zijn eerst bij bedrijven, zoals dus Aegon en NN, langs geweest om te vragen naar hun plan. Dat waren heel positieve gesprekken. Aan de andere kant merken we ook wel dat als we echt gaan prikken – mooi die beloftes, maar wordt er ook iets mee gedaan? – het soms tegenvalt. Dat blijkt ook uit de doorrekening die we hebben laten doen.”

Hoe reageerden bedrijven op die uitkomsten?

“Eigenlijk kregen we als reactie terug: ‘ja, dat weten we, maar we hebben nog steeds hele mooie plannen, en je kunt van ons niet verwachten dat je daar zo snel invulling aan kunnen geven’. Op ons beurt geven we dan aan dat het klimaatprobleem al erg lang bestaat en het nu wel tijd is voor actie! Dus dan vragen we door: naar concretere plannen, of bijvoorbeeld wat voor consequenties zo’n investeerder trekt als blijkt dat een bedrijf waarin ze investeren niets doet aan het klimaat? Dat gesprek proberen we nu te voeren, om uiteindelijk samen te kijken hoe het beter kan.”

Hoe ben jij zelf bij deze actie betrokken geraakt?

“Ik wilde graag iets voor het milieu doen. En ik miste, om eerlijk te zijn, een beetje het commissieleven van Sint Jansbrug. Daarnaast: ik vind het ook lastig om altijd op duurzaamheid te letten. Hierbij heb ik het idee dat ik impact kan maken, en voel ik me dus ook minder schuldig als ik eens een keer iets doe dat niet helemaal verantwoord is. Ook vind ik het een fijne afwisseling met mijn werk, om af en toe met iets heel anders bezig te zijn. Het is fijn om niet alleen bezig te zijn met carrière, maar ook daarbuiten dingen te doen die goed voelen. Dat is misschien wel iets dat mensen herkennen.”

Hoe combineer je je werk bij Milieudefensie met je normale baan? Wringt dat ooit, of sluit het juist goed bij elkaar aan?

“Ik werk als projectmanager bij Neuf & Associates, een bureau dat werkt op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. De combinatie gaat heel goed. Begin volgend jaar wil ik bijvoorbeeld een traineeship bij Milieudefensie gaan doen, en mijn werk staat daar heel erg achter. Ik verwacht daar veel te kunnen leren wat ook in mijn werk nuttig is. Bij Milieudefensie is er veel aandacht voor hoe je de neuzen dezelfde kant op krijgt en hoe je daarin samenwerking zoekt. Ook in mijn dagelijkse werk kom je verschillende belangen en perspectieven tegen, en is ook niet direct iedereen fan van ‘n plan. Dat matcht dus wel. En bij Milieudefensie werken, net als ik, veel vrijwilligers. Het is leerzaam om met een groep te werken waarbij de motivatie uit de mensen zelf komt. Dat streven we bij Neuf ook na. Verder richten we ons steeds meer op opdrachten waarbij duurzaamheid een belangrijke pijler is. Dan is het natuurlijk alleen maar een pré als ik daar meer ervaring mee heb.”