Elk jaar ronden honderden mensen hun promotie af aan de TU Delft en behalen daarmee hun doctorstitel. Dat een oud-lid dit doet, gebeurt dan ook regelmatig. Maar Hans van Duivendijk is wel degelijk een speciaal geval, hij promoveerde namelijk op 17 juni op 89-jarige leeftijd. Hij was lid van Sint Jansbrug van 1952 tot zijn afstuderen in 1958.
In het interview dat Hans gaf aan de Delta (het universiteitsblad) noemt hem hoogstwaarschijnlijk oudste promovendus aan de TU Delft ooit (https://delta.tudelft.nl/article/waterbouwkundige-bestreed-dijkdoorbraken-met-bamboe-en-riet). Zijn onderzoek aan de TU Delft, Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen gaat over de strijd tegen het water. Al zijn ervaringen die hij heeft opgedaan als waterbouwkundig ingenieur hielpen hem om in zijn proefschrift een systemisch overzicht en analyse te geven van afsluitmethoden die in de afgelopen eeuwen zijn ontwikkeld (https://repository.tudelft.nl/record/uuid:c8433b04-86ba-4a8b-a5ba-a2e5c9ef103d).
Hans, geboren in Zierikzee, bedacht al op jonge leeftijd dat hij ingenieur wilde worden en ging daarom civiele techniek studeren aan de (toenmalige) TH Delft. Hij was nog maar net begonnen toen in 1953 de dijken doorbraken tijdens de Watersnoodramp, wat hem de kans gaf om direct betrokken te raken bij de herstelwerkzaamheden in Zeeland. Hier leerde hij de waarde van eenvoudige maar effectieve technieken in complexe waterproblemen. “Ik heb daar twee maanden gezeten om te kijken hoe ze de zeegaten weer dichtten. Ze maakten van rijshout een zinkstuk.”
De ervaringen in Zeeland vormde de basis voor zijn latere werk in het buitenland. Vanaf 1960 werkte Hans bij (het huidige) Royal HaskoningDHV. In Nigeria coördineerde hij de bouw van een stuwdam in de Niger, waarbij hij materialen uit verschillende landen succesvol samenbracht. In Ghana hielp hij in 1970 een lagune te sluiten met lokale middelen. “We hebben daar zinkstukken gemaakt van slaapmatten en wilden die ballasten met zandzakken. Op de laatste dag werkten we met 40 lokale vissers en 300 studenten om het gat definitief te dichten”. Dat leidde tot succes ondanks onverwachte uitdagingen zoals stormend water door opkomende wind.
Zijn grootste uitdaging kwam in 1985 in Bangladesh, waar Hans betrokken was bij het afsluiten van de riviermonding van de Feni. Hij paste oude Nederlandse waterbouwtechnieken toe, gecombineerd met lokale materialen, zoals bamboe, palmbladen en riet. En zette hij tienduizend arbeiders in om binnen één getij een succesvolle afsluiting te realiseren. Zijn aanpak benadrukte de efficiëntie en effectiviteit van samenwerking en het gebruik van lokale hulpbronnen. Dat viel ook op bij de Nederlandse televisie die er een documentaire over maakte (https://www.youtube.com/watch?v=-0lMS2vJOaQ).
Op basis van zijn uitzonderlijke praktijkervaring werd hij partner bij Royal HaskoningDHV en universitair docent energiewaterbouw aan de TU Delft (1986 – 2009). In 2018 besloot hij te promoveren op de geschiedenis van dijkdoorbraken en het gebruik van eenvoudige middelen om deze te herstellen. Mijn zijn proefschrift benadrukt hij de blijvende relevantie van traditionele technieken en benadrukt hij de eigenschappen van zelfstandigheid en doorzettingsvermogen die zowel zijn familie en carrière kenmerken.
Reacties
Er zijn (nog) geen reacties op dit bericht. Ben jij de eerste?