De VeRa heeft een parttime bestuur bestaand uit leden van de vijf grote Delftse verenigingen: het Delfts StudentenCorps, Virgiel, de Delftse Studentenbond, CSR en Sint Jansbrug. “Het is iets meer dan Sint Jansbrug, het is een uitgebreide commissie buiten de verenigingsbubbel”, vertelt Lars. “Ik was geïnteresseerd in het algemene studentenleven, ik wilde ervaring opdoen in een groot netwerk en ik was op zoek naar een gezellig bestuur”. 

De komst van corona gooide voor een deel roet in het eten. Al het netwerken ging digitaal en van alleen online vergaderen en koffiemomentjes wordt je als bestuur minder hecht. Toch zijn er volgens Lars ook flink wat positieve ontwikkelingen in dit coronajaar voor de VeRa en aangesloten verenigingen: “Op het moment is er veel mogelijk bij verschillende instanties omdat ze in deze crisis voor veel openstaan. Normaal gesproken doe je standaarddingen en kost het moeite om nieuwe onderwerpen aan te kaarten, nu is er veel gehoor voor studenten omdat ze al lange tijd alleen thuis zitten.” Zo wordt er binnenkort een online symposium neergezet in het thema van mentale gezondheid en thuiszitten en werkt de VeRa samen met de oprichters van gewoonmensen.nl om leden uit hun huis te laten komen voor vrijwilligerswerk. “Een ander groot voordeel is dat er meer contactpersonen klaarstaan per instantie. Normaal gesproken zijn veel instanties traag. Omdat ik nu veel contactpersonen heb, kan ik sneller gerichte vragen stellen en duurt het niet zo gigantisch lang om iets te bereiken.”

Landelijk was Delft daarnaast een periode lang een gemeente met veel besmettingen, vooral onder studenten en jongeren. Lars heeft een grote rol gehad in het aanpakken van dit probleem. Met de VeRa startte hij op verzoek van de burgemeester en Vice Rector Magnicificus van de TU Delft een campagne. “We hebben een oproep onder studenten gedaan, een poster voor studentenhuizen gemaakt en daarmee het landelijke nieuws bereikt. Uiteindelijk was in de cijfers van de GGD te zien dat het effect had!” Ook richtte de VeRa een Studenten Media Commissie en werkgroep op om de activiteiten van de studentenverenigingen beter onder de aandacht te brengen van de  plaatselijke media van Delft. De commissie bracht bijvoorbeeld de campagne ‘Daar doe ik het voor’ en verschillende vrijwilligerswerkinitiatieven naar buiten. 

Naast het bespreken van eenzaamheid en deze campagne, is Lars betrokken bij andere problemen waar de verenigingen momenteel mee te maken hebben. “Verenigingen geven aan moeite te hebben met leden betrokken houden, en dan met name de betrokkenheid van eerstejaars. De eerstejaars hebben geen Kennismakingstijd kunnen meemaken en zijn ook nog niet echt op hun vereniging geweest. Verenigingen zijn daardoor ook bang dat de verenigingscultuur niet meer overgedragen wordt van ouderejaars op jongerejaars. Digitaal een verenigingstraditie overdragen blijkt lastig.” 

Ook de TU Delft helpt verenigingen met deze ontwikkelingen. “De TU droeg dit jaar bij de Ontvangstweek uit dat lid worden bij een studentenvereniging een toevoeging is op je studententijd. Ze zien in de verenigingen een oplossing voor het voorkomen van eenzaamheid en vinden het waardevol dat studenten zich in corona-tijd zich blijven ontwikkelen naast hun studie.” En deze steun blijft niet bij mooie woorden. “De Vice Rector Magnificus grapte een keer of de VeRa niet een online festival kon opzetten zodat studenten corona-proof stoom konden afblazen na de tentamens. Toen wij binnen een week met een plan kwamen voor het Delft Destress festival, kregen we er heel snel geld voor.” De TU heeft daarnaast moeite met de studenten te bereiken. Ze zien dat dat via ons makkelijker gaat, en gebruiken de communicatiekanalen van verenigingen veel. 

Ook voor de gemeente is de VeRa een belangrijke gesprekspartner geworden. Zo maakt de gemeente gebruik van de VeRa om brieven van de burgemeester aan studenten te verspreiden via de communicatiekanalen van de verenigingen. Ook houdt de VeRa contact met de gemeente over de coronaregels en de vraag wanneer verenigingen eventueel weer open mogen. “Ik vind het interessant. Je kunt een hoop werk besparen door een protocol voor alle verenigingen op te stellen. Het voelt erg goed om positief nieuws te vertellen, maar negatief nieuws is vaak wel lastig.” Lars moet daarnaast vaak wachten op antwoorden omdat de gevolgen voor verenigingen afhangen van de besluiten van de veiligheidsregio. “Het is dan lastig om uit te leggen aan de bestuurders dat de gemeente het ook nog niet weet, ook omdat het in Delft vaak langer duurt dan in andere steden. Verenigingen in andere steden konden bijvoorbeeld sneller borrels geven open zijn om studieplekken te bieden. Toen wij hier de studieplekken rond hadden, werd helaas de huidige lockdown alweer afgekondigd.” 

Omdat de VeRa dit jaar zo veel extra taken heeft opgepakt, is er ook meer erkenning en waardering gekomen. Inmiddels is Lars bezig met het inwerken van zijn opvolgers, waarbij hij focust op het behouden van de stevigere positie van de VeRa. Door zijn VeRa-ervaring is Lars daarnaast alleen maar trotser geworden op Sint Jansbrug. “De leden van Sint Jansbrug zijn buitengewoon initiatiefrijk, niet alleen binnen de vereniging maar ook breder in de stad. Bij de verschillende edities van het Delft Destress festival stond de technische commissie te springen om te helpen, en daarnaast zijn ze ook de trekkende kracht geweest bij een initiatief voor lichtjesavond.” Sint Jansbrug is daardoor niet alleen een sterke vereniging voor haar leden, maar we leveren samen ook een forse bijdrage aan de huidige actieve rol van studentenverenigingen in de Delftse gemeenschap.