De twee opleidingen zijn fundamenteel anders, maar hebben ook een grote overeenkomst. ‘Bij beide opleidingen moet je gewoon veel oefenen totdat je het kan, dat geldt zowel voor het spelen van een muziekstuk als voor het maken van een tentamen.” vertelt Sander. “Dat doe je wel op een andere manier: op de TU ben je bezig met begrijpen en op het conservatorium moet je vooral kritisch naar jezelf kijken.’

Op Sint Jansbrug kan hij helaas zijn talent niet goed laten zien, want muziek ondervereniging Valerius houdt zich vooral bezig met popmuziek. Hij heeft wel eens gespeeld voor bijvoorbeeld het inauguratiediner, maar een orkest opzetten is lastig. ‘Misschien kunnen we een keer voor een feestelijke gelegenheid met een groep drie zaterdagen oefenen en kijken wat we in elkaar kunnen flansen.’ Hij is wel erg actief in het orkest van Krashna Musika, de klassieke muziek vereniging van Delft.

Sander speelt wel eens in andere orkesten vanwege zijn bijzondere instrument. ‘In een symfonieorkest (een orkest met strijkers en blazers) zitten vaak twee of meer mensen die fagot spelen, maar veel orkesten hebben te weinig fagotten.’ Zo heeft hij twee keer  mogen optreden in het Concertgebouw in Amsterdam voor een symfonie van Mahler – een van de drukst bezochte optredens in deze zaal.

Mensen vinden het gaaf dat hij naar het conservatorium gaat, maar vragen zich vaak af wat hij er later mee wil worden, ‘Dat vraag ik mezelf ook af. Het liefst zou ik zoveel mogelijk muziek blijven maken en ook iets met techniek blijven doen. Ik wil ook graag nog een master doen, maar ik maak eerst deze combinatie maar eens af. Met deze twee opleiding heb ik vooral geleerd dat je niet alles kan uitstippelen.’